Als basis voor deze blog herneem ik hier graag een eerder verschenen artikel van Jean-Marie Plasschaert: Ventilatie D(rama). Mijn bedenkingen voeg ik toe na de tekst.
"Ben ik nu helemaal het noorden kwijt, of ligt België plots in de buurt van de poolcirkel? Want dat zou nog kunnen verklaren waarom het ventilatiesysteem D (met warmteterugwinning) vandaag zo alomtegenwoordig is. In koude klimaten heb je immers een groot verschil tussen buiten- en binnentemperatuur, en dus een groot energiepotentieel om het enorme elektriciteitsverbruik van het systeem D te verrechtvaardigen door de compensatie via warmteterugwinning. In ons gematigd zeeklimaat is het temperatuursverschil veel lager en krijgen we dus een heel ander verhaal. Bovendien rijst de vraag hoeveel nuttige energie er écht teruggewonnen wordt…
Even terugspoelen. In onze huidige denkwijze moeten de huizen luchtdicht gebouwd worden. Dit, zo wordt ons verteld, is nodig om energieverlies te vermijden en vervolgens om energie te kunnen terugwinnen met het systeem D. Je weet wel, het onderhoudsintensief (wil men geen gezondheidsrisico lopen) verluchtingssysteem met warmteterugwinning of WTW. Het betekent dat we in gesloten dozen moeten ‘leven’, waarbij de lucht die we inademen via buizen zal aangevoerd worden. Liefst hermetisch gesloten dozen, want de hoeveelheid energie die via een ventilatie D kan herwonnen worden is afhankelijk van de luchtdichtheidsgraad van de woning. Hoe minder luchtdicht, hoe minder lucht er over de WTW passeert.
Dat stelt ons voor enkele niet-zo-pietluttige problemen. Een systeem D (zelfsD+) dient het hele jaar door op volle kracht te draaien en verbruikt tot driemaal méér elektriciteit dan een vraaggestuurd systeem C. Zo ook gedurende de zomermaanden wanneer WTW niet nodig en de continue aanvoer van warme lucht zelfs niet wenselijk is. Slaapkamers onnodig warm maken doe je beter niet, want dan mag je weer energie verbruiken om die te koelen. Deze continue werking is nochtans vereist omdat potdichte gebouwen niet meer kunnen ‘ademen’, waardoor de luchtkwaliteit van het gebouw volledig afhangt van de correcte werking van het systeem D. Zoniet: condensatie en schimmelvorming door een te hoge vochtigheidsgraad. Hoofdpijn en een algemeen gevoel van onbehagen door hoge CO2-waarden. Bepaalde VOC’s (vluchtige organische stoffen) in meubels,verven, lijmen enz. zijn zelfs kankerverwekkend. Als het daarbij blijft, want twee afzonderlijke studies tonen aan dat een passiefhuis (systeem D en luchtdichtheid 0.6) in geval van brand een dodelijke val is…
"Als je dan toch ventilatie energiezuinig wil maken, kan je beter enkel energieverbruiken wanneer nodig, in plaats van eerst energie te verbruiken om daarna energie te recupereren. Bij ventilatie betekent dit de luchtdoorstroom aanpassen aan de omstandigheden en dus aan de gebruiker. Logisch, niet?
De oplossing? Een gezonde luchtdichtheid (3 tot 4) in combinatie met een ventilatiesysteem C, uitgerust met de sensortechnologie. Aanwezigheid-,vochtigheids-, CO2- of VOC-sensoren zijn betrekkelijk eenvoudig te integrerenin ventilatiesystemen. Hierdoor besparen zij minstens evenveel energie door gewoonweg enkel te ventileren wanneer en waar dat nodig is. Je herkent ongetwijfeld deze ‘vraagsturing’ in de verlichtings- en de verwarmingssector. Ook internationaal is de technologie volledig aanvaard, maar in België nog altijd met de typische argwaan bekeken. Onze auto’s parkeren al automatisch op basis van sensoren. Maar als het op ventilatie aankomt sukkelt ‘die wagen’ voort, zonder ABS, zonder ESP en zelfs zonder stuurbekrachtiging…".
(copyright Jean-Marie Plasschaert)
We produceren veel luchtvocht in huis door het dagelijks gebruik, vaak 2 tot 3 liter per persoon per 24 u. Wassen, koken, douchen, slapen... Dat vocht moet uiteraard zo snel en doeltreffend mogelijk afgevoerd worden, liefst zo dicht mogelijk bij de bron. Zo hang je bv een afzuigkap boven het fornuis, en geen 3 meter verder. Ook de afvoer naar buiten is best zo kort mogelijk om condens en vuilafzetting te vermijden. Te veel luchtvochtigheid geeft een gevoel van onbehagen en verhoogt het risico op condensatie en schimmelvorming. Ga maar eens met natte kledij in een luchtdichte auto zitten zonder de verluchting in te schakelen...
Welnu, in een luchtdichte woning met systeem D zijn er een aantal problemen. Ten eerste: In een luchtdichte woning met systeem D mag de afzuigkap geen lucht naar buiten trekken, maar enkel filteren. Vet en geur wordt missschien weggefliterd, maar het vocht blijft binnen! Met een systeem C kan je wel afvoeren naar buiten, maar dan blijft de algemene regel: even veel aanvoer van lucht als er afvoer is, zoniet werkt het niet! Voor een goede afzuigkap in de keuken is dat al vlug 700 m³ per uur. Wat is trouwens de zin van luchtdicht bouwen wanneer er een 5 meter brede garagepoort, schuiframen, buitendeuren, veluxramen enz in de woning zitten? Moeten die dan allemaal dicht blijven? En waarom luchtdicht bouwen met warmterecuperatie wanneer men op natuurlijke wijze kan verluchten en de energie van het verluchtingssysteem even goed kan aanwenden om wat bij te verwarmen? Of moet men koken zonder de afzuigkap aan te zetten? Men kan zich vragen stellen bij deze wetgeving...
Ten tweede moet alle vochtige en vuile lucht uit de woning doorheen de leidingen en de warmtewisselaar, waar het vocht alle tijd heeft om te condenseren met schimmelvorming tot gevolg. De sporen van deze schimmels worden door het systeem rond geblazen in de woning. Ook stof en andere vervuiling zet zich vast in de leidingen, zoals bijgaande foto's illustreren. Bij renovatieprojecten is dit condensatieprobleem vaak groter.
Ten derde leert de praktijk dat verluchtingssystemen vaak worden uitgeschakeld, wegens geluidshinder, geluidsoverdracht, te veel energieverbruik enz... Een natuurlijke verluchting daarentegen werkt altijd en kost niets. We moeten dus terecht vragen stellen bij de wettelijke verplichtingen omtrent ventilatie.